H6: De 19e eeuw

Romantiek, realisme en impressionisme

Tijdens de 19e eeuw verandert er op verschillende vlakken erg veel in Europa. Historische ontwikkelingen volgen elkaar snel op, en ideologieën lagen ver uit een. Door deze verschillende omstandigheden en denkwijzen is het niet moeilijk voor te stellen dat hier ook uiteenlopende uitingen van kunst uit voort komen. Juist vanwege deze diversiteit is de kunst van de 19e eeuw boeiend om te bekijken, deze verschillende stromingen geven elk hun antwoord op de turbulente omstandigheden. In dit hoofdstuk zal ik niet alleen de romantiek en het realisme, maar ook het impressionisme aan bod laten komen.

Historisch kader
De 19e eeuw is een periode van stormachtige ontwikkelingen. Historische veranderingen volgden elkaar tussen 1800 en 1900 snel op. Deze eeuw wordt gekenmerkt door de industriële revolutie en bewustwording van burgers, en wordt in de schoolboeken niet voor niets tijd van burgers en stoommachines genoemd.

De industriële revolutie begon aan het begin van de 19e eeuw in Engeland, waar James Watt de stoommachine uitvond. Vanaf dat moment werden water-, wind- en spierkracht geleidelijk vervangen door stoommachines, wat de productieprocessen in de nijverheid ingrijpend veranderde. De westerse wereld veranderde uiteindelijk in een industriële samenleving, deze verandering voltrok zich in elk land in verschillende snelheden. Door de industriële revolutie kwam er een transportrevolutie op gang, de reistijd werd door de aanleg van treinsporen en kanalen aanzienlijk korter. Er ontstonden industriegebieden met fabrieken met de daarbij horende klasse van fabrieksarbeiders, waar uit ook een sociale kwestie voortkwam.

Ook op sociaal-politiek gebied was de 19e eeuw een roerige periode. Tegen het einde van de 18e eeuw had de Franse Revolutie zich voltrokken. Hierdoor ontstonden aan het begin van de 19e eeuw twee kampen. De ene groep pleitte voor bescheiden, geleidelijke politieke hervorming. De andere groep pleitte voor verregaande democratisering, op grond van de natuurrechten die elk mens toekwamen. Er bestond echter ook een groep die gehecht was aan het oude bestel van de standenmaatschappij, en zij beschouwden democratisering als een inbreuk op de natuurlijke ordening. Deze groep conservatieven werden ook wel Romantici genoemd.

Dat de roep om democratisering steeds sterker werd bleek in 1848, bekend als het revolutiejaar. Deze revolutie begon in Frankrijk, waar de koning van zijn troon werd gestoten. Dit had een golf van staatsgeweld in heel Europa tot gevolg. In Nederland leidde deze dreiging tot de bekende grondwet van 1848, die onder leiding van Thorbecke werd geschreven. Ook in andere landen werden grondwetten opgesteld.

In een periode van 100 jaar was het gezicht van Europa volledig veranderd. Duitsland was van een groot aantal vorstendommen één land geworden, ook de rest van Europa zag er rond 1900 op politiek gebied, door democratisering, totaal anders uit. Europa was bovendien geïndustrialiseerd, wat op technisch maar ook op sociaal vlak een totaal ander beeld gaf dan in 1800.

Romantiek
Doel en ideologie van de kunst
De romantiek ontstond aan het einde van de 18e eeuw. Het is niet alleen een stroming in de kunst, maar ook een intellectuele periode met Romantisch filosofisch gedachtengoed. De romantiek kan gezien worden als een reactie op de Verlichting, waar rationeel denken centraal stond. De ratio van de mens zou overgewaardeerd zijn, en bovendien koel en onverschillig. Ook binnen de kunst wordt de nadruk meer gelegd op subjectieve ervaringen, zoals intuïtie, emotie, verbeelding en spontaniteit. Men wil zichzelf ontdekken op manieren waarbij de ratio tekort schiet. Ook de natuur wordt hoog gewaardeerd.

Aan de andere kant kan de romantiek ook gezien worden als reactie op de industrialisatie van de 19e eeuw. Met haar nadruk op gevoelens, verbeeldingskracht en het ontdekken van het onbekende kan dit gezien worden als een vlucht uit het donkere leven van de industrialisatie. Voornamelijk in literatuur, maar ook in schilderkunst, zijn exotische oorden en historische verhalen onderwerp.

Kenmerkende elementen van de kunst
Binnen de romantiek staat vooral de natuur centraal. Niet als achtergrond voor een tafereel of om schoonheid en details te etaleren, maar om een bepaalde sfeer uit te drukken. Een werk dat dit goed laat zien is de Hooiwagen van John Constable, zie afbeelding 1. Te zien is een boerentafereel met een boer met zijn hooiwagen. Hoewel de titel anders suggereert, is deze hooiwagen niet het belangrijkst in dit schilderij. Het draait om de sfeer, de man is rustig en vredig aan het werk in een levendige groene omgeving.

constable
Afbeelding 1: John Constable, de Hooiwagen (1821)

Het werk Wandelaar boven de nevelen van Caspar David Friedrich uit weer een heel andere sfeer. Kijk hiervoor naar afbeelding 2. De man die op de rots staat, en die wij alleen van de achterkant zien, ziet er klein en nederig uit tegen de grootste achtergrond van bergen en nevel. Het nevelige landschap lijkt oneindig en is zowel beangstigend als mooi, en herinnert de toeschouwer er aan hoe klein wij als mens zijn. Dit onbevattelijke gevoel is het sublieme, wat in de filosofie en schilderkunst tijdens de romantiek onderwerp was.

friedrich
Afbeelding 2: Caspar David Friedrich, Wandelaar boven de nevelen (1817-1818)

Ook William Turner mag geassocieerd worden met het sublieme, iets wat hij voornamelijk in zeezichten wist te vangen. Een voorbeeld hier van is Stoomboot in sneeuwstorm, afbeelding 3. De boot verdwijnt bijna tussen de hoge golven, die nauwelijks nog te onderscheiden zijn van de donkere lucht. Ook hier in wordt het grootste, overweldigende gevangen. William Turner mag gerekend worden tot de Engelse romantiek, maar wordt door zijn manier van schilderen ook wel gezien als voorloper van de Franse Impressionisten. 

turner
Joseph Mallord William Turner, Stoomboot in de sneeuwstorm (1842)

Realisme
Doel en ideologie van de kunst
Eén van de regels van de academies was dat het onderwerp op de voorgrond van een schilderij waardig moest zijn. Alleen binnen de traditie van de Hollandse meesters was het geaccepteerd om gewone handwerklieden of boeren af te beelden. Tegen het einde van de 19e eeuw verzamelde een groep kunstenaars zich, de school van Barbizon. Zij wilden boeren landschappen schilderen zoals zij echt waren, dus inclusief werkende mannen en vrouwen op het land. De beweging realisme kreeg uiteindelijk zijn naam door Gustave Courbet, die bij de tentoonstelling Lé realisme, G. Courbet alleen werken van hemzelf tentoonstelde. Hij wilde niet de schoonheid maar de waarheid op het doek vangen, de wereld zoals hij haar zag. Uit zijn werk sprak ook een zeker verzet, tegen de aangenomen regels en gewoontes van zijn tijd. Hij wilde als kunstenaar trouw blijven aan zijn eigen beginselen, en niets schilderen enkel omdat iemand anders het dan mooier zou vinden, of hij het makkelijker zou kunnen verkopen.

Kenmerkende elementen van de kunst
Binnen het realisme zijn dagelijkse, gewone taferelen te zien. Niet mooier of spannender gemaakt dan dat het was. Een voorbeeld daarvan is het schilderij De Arenleesters van Barbizonschilder Jean-François Millet, zie ook afbeelding 4. De vrouwen op dit schilderij staan niet symbool voor een gebeurtenis of ideaal, het zijn gewoon drie boerenvrouwen die aan het werk zijn. Hun lichamen zien er solide en stevig uit, en hun omtrek komt extra goed uit tegen de door de zon verlichtte vlakte. De compositie is ook rustig, waardoor de nadruk gelegd wordt op de vrouwen die rustig aan het werk zijn. Misschien wel dankzij het ontbreken van opsmuk komen deze vrouwen waardig over.

millet
Afbeelding 4: Jean-Francois Millet, de Arenleesters (1857)

Gustave Courbet kiest op zijn schilderij Bonjour, Monsieur Courbet voor scherpe lijnen en harde contrasten. Dit schilderij is te zien op afbeelding 5. Hiermee is het een wereld van verschil in vergelijking met schilderijen die door de academies tentoon werden gesteld. Door deze scherpe lijnen zijn de contouren van de figuren duidelijk, en zeker tegen de rustige achtergrond krijgen zij alle aandacht. Gustave Courbet heeft zichzelf geschilderd als wandelaar, met daarbij passende kleding. Dit terwijl kunstenaars juist een respectabele reputatie voor zichzelf hadden opgebouwd. Hoe Gustave Courbet zichzelf als kunstenaar neerzet op dit schilderij is daarmee ook een teken van verzet tegen bestaande conventies. Hij schilderde zichzelf als wandelende man, in een gedaante die daar bij past; de werkelijkheid zoals hij die zag, en bleef daarmee trouw aan zijn eigen artistieke beginselen.

courbet
Afbeelding 5: Gustave Courbet, Bonjour monsieur Courbet (1854)

Impressionisme
Doel en ideologie van de kunst
In 1874 was er een maand lang een tentoonstelling in Parijs van onder andere kunstenaars als Degas, Monet, Pissarro, Renoir en Sisley. Zij werden door het publiek spottend ‘Impressionisten’ genoemd, naar een van de werken van Claude Monet; ‘Impression, soleil levant’, ook te zien op afbeelding 6. Hiermee is het impressionisme als stroming ontstaan.

monet
Afbeelding 6: Claude Monet, Impression, soleil levant (1872)

Het publiek kon de werken niet appreciëren, zij zagen op het doek gekwakte verf en losbandige vlakken van kleur. Toch pakt de term impressionisme wel wat het doel van deze kunstenaars was. Bij impressionisme probeert de kunstenaar de indruk, de impressie, vast te leggen. Schilders gingen bijvoorbeeld naar buiten om daar te schilderen. Ze probeerden het moment met die specifieke lichtinval en kleuren op het doek te leggen.

De schilder Courbet wilde met het realisme aan de werkelijkheid trouw blijven, en literaire inmenging uit zijn werk houden. De Impressionistische Monet gaat hier nog een stapje verder in en zei: “Één oog… één hand.” Hierbij moest elke inmenging in het proces van oog tot hand uitgesloten worden. Het impressionisme probeert juist de vluchtige indruk van het moment te vangen.

Kenmerkende elementen van de kunst
Zoals te zien op Impression, soleil levant, op afbeelding 6, is kleur belangrijk bij het impressionisme. Monet probeerde hier de indruk van de avondzon te vangen, en gebruikt hiervoor veel oranje en warmte tinten. Details zijn niet belangrijk, de indruk van het moment des te meer. Korte, losstaande penseelstreken vormen een mozaïek van kleurige accenten die samen, van een afstand gezien, versmelten tot vormen, figuren, mensen. Zo zijn zij een afspiegeling van de werkelijkheid zoals die op de kunstenaar overkomt.

Hoe het licht valt is bij het impressionisme erg belangrijk. Dit verandert elke seconde, wat nog een reden is om vlot te schilderen. Bij Het station St. Lazare te Parijs, afbeelding 7. probeert Monet te vangen hoe de rook van de stoomlocomotieven in dikke wolken het station vult, en hoe het licht hier op valt. Er is geen aandacht besteed aan details, dus van dichtbij gezien valt er vrij weinig te zien op dit schilderij. Zelf kun je ook niet veel details tot je nemen als je een druk station binnen loopt, dus juist als je meer afstand neemt verbeeldt dit schilderij precies de impressie van een station.

monet2
Afbeelding 7: Claude Monet, Station st. Lazare te Parijs (1877)

Persoonlijk vind ik de werken van Edgar Degas erg mooi, die niet naar buiten ging om te schilderen maar vaak jonge balletdanseressen schilderde. Een voorbeeld hier van is Danseuses bleues, afbeelding 8. Hij maakt gebruik van lichteffecten om een beweging, een houding of een gelaatsuitdrukking te versterken. Ballerina’s hadden in deze tijd geen hoge status maar waren een soort animeermeisjes, gefinancierd door rijke sponsoren. Toch kiest Degas er juist voor om deze meisjes te schilderen. Hij zet ze echter niet neer als lustobjecten, of oneervolle animeermeisjes. Als je kijkt naar dit schilderij zie je de liefde van Degas voor zijn onderwerp. Juist met heel veel interesse in de houding en uitdrukking van deze meisjes kiest Degas keer op keer voor dit onderwerp. Hij schildert de indruk die hij krijgt als hij naar deze taferelen kijkt: Een indruk van schoonheid in houding en uitdrukking die hij neerzet met penseelstreken in verschillende kleuren en benadrukt en adoreert met zijn gebruik van licht.

degas
Afbeelding 8: Edgar Degas, Danseueses Bleues (1890)

De kunst van de 19e eeuw
Niet alleen historische ontwikkelingen gaan zich in de 19e eeuw steeds sneller opvolgen, ook de kunst komt in een stroomversnelling. Stromingen zijn minder eenduidig en volgen elkaar sneller op. Omstandigheden verschillen sterk en ook kunst als reactie daar op verschilt sterk. De stijl van kunstenaars kunnen nog wel in één stijl samengevat worden, en het gedachtegoed komt bij de kunstenaars onderling ook wel overeen. Toch is een kunstwerk van William Turner echt duidelijk een uiting van zijn persoonlijke artistieke stijl, en een Degas duidelijk te onderscheiden van een Monet. Deze ontwikkeling, waarbij kunst steeds meer een persoonlijke uiting van de kunstenaar wordt, zet zicht voort na de 19e eeuw.

—————
Als je interesse hebt in het impressionisme, en je bent eens in Parijs: Ga absoluut naar Musee d’Orsay! Ze hebben er een geweldige collectie impressionistische en post-impressionistische werken!!

2 reacties op ‘H6: De 19e eeuw

Plaats een reactie